Auteur: Mira
Restaurant Michel goes Brussel Boef
Brocante Vlaamsesteenweg – 17 en 18 september
Jeroen Roppe van Visit.brussels – ‘Het belang van gastronomisch toerisme neemt toe.’
Geschiedenis fascineert mij mateloos, maar dan spreek ik niet over de Keizer Karels van deze wereld, maar over de verhalen van de kleine mens. En die verhalen vond je terug bij “De Orde van de Bloempanch”.
TOOTS 100 IN KBR – The sound of a Belgian legend
Brussel Boef in Resto BelMundo
Brussel Boef presenteit: de Coovi Kookwedstrijd Brussel Fret
BCV & ABORIGINAL ART
Toots Thielemans 100 jaar!
Johan Verminnen 70 – 26 juni 2022
In mei 2021 werd onze voorzitter en chanteur par excellence, Johan Verminnen 70!
Hij viert dit met een aantal verjaardagsconcerten, op het podium omringd door zijn vaste begeleidingsgroep, zijn kompanen én dochter Pauline! En Brusseleir doot mei begot!
Koop tickets via Brusseleir! aan een goedkoper tarief: 25 euro ipv 28 euro.
Es da ni wel?
Reserveer: 02/502 55 09 – tickets@brusseleir.eu
Deize konseir muigde ni rateire!
Naar het BVT met het Relaxarrangement?
Geniet zonder zorgen van de voorstelling met het Relaxarrangement.
Je betaalt voor een theaterticket, een shuttle en een drankje na de voorstelling. Hierdoor hoef je je geen zorgen te maken over parking en kan je kan nagenieten in het prachtige decor van restaurant de Appelboom.
Wie koos voor het relaxarrangement dient zich een halfuur voor aanvang van de voorstelling aan te melden in restaurant ‘In den Appelboom’, Appelboomstraat 401, 1070 Anderlecht (restaurant In Den Appelboom: 02/520 73 03).
Nieuw! De zwarte Brusseleir! tote bag
Koop ze via de webshop of in ’t Oeis van ‘t Brussels of bezoek onze winkel (Vlaamsesteenweg 98, 1000 Brussel).
t’ Es on aa naa! van Marcel De Schrijver
Het boek over het levend Brussels dialect, t’ Es on aa naa!, van Marcel De Schrijver is terug beschikbaar in de shop! Een bloemlezing van maar liefst 411 bladzijden over de merkwaardige woorden en gezegden in het Brussels.
Kraaigde goesting in ’t Brussels?
Bestel het boek via onze website.
Of bezoek onze winkel (Vlaamsesteenweg 98, 1000 Brussel)
Ketjse van de moind: Stand-Up Comedian Gery La Boule – ‘Brussel is mijn lief. Ik ben ermee getrouwd.’
De mensen grinniken zo mooi met het woord ‘ejaculeren’ wanneer Gery La Boule met een Franse huig-r over zijn vasectomie spreekt. ‘Ze lachen gratuit met mijn sappig accent, ook al hebben ze mijn pointe volledig gemist.’
Wat voor liefde heb jij met Brussel?
Ik zeg altijd: ‘Brussel is mijn lief. Ik ben ermee getrouwd.’ Als klein ketje liet ik mij door haar charme en zwans verleiden om in de smalle straatjes te verdwalen. Effenaf een coup de foudre. Ik had ooit een vriendin met een Brusselse grootvader en tijdens familiefeesten babbelde ik altijd meer met hem dan met haar. Misschien is het daardoor uitgeraakt. Nu nog kun je mij het vaakst terugvinden tussen Kapellekerk en het Justitiepaleis, waar ik eens een antiekwinkeltje binnenwandel, op een terrasje of een bankje zit om naar de mensen te kijken.
Wat is de filosofie achter je moppen?
Toogfilosofie: een draai geven aan actuele onderwerpen zodat de humor naar boven komt en daar maak ik dan moppen over. Het onderliggende en steeds terugkerende thema is ‘werken’. Over de werkende mens en de luierik en hoe ze tegenover elkaar staan. Maar evengoed zit ik op een terrasje mee te luisteren naar gesprekken tussen vrouwen over hun vent. Dan schrijf ik al eens iets in mijn boekje.
Wat wens je Brussel toe?
Ik wens de stad een uitvalbasis toe voor Brusselse, Nederlandstalige komieken. Er zijn in Brussel niet veel plaatsen waar wij eens in de spotlights kunnen staan. Pas op: dat maakt ons ook een beetje specioel.
Wat is het verhaal achter de RDWM-sjaal die je tijdens je sketches draagt?
Als klein ketje ging ik met mijn nonkel altijd mee naar de matches van RDWM. Die ambiance was enorm impressionant. Mijn vrienden waren voor Anderlecht. Ik ben altijd voor de underdog geweest. Typisch Brussels misschien. Toen Thierry Dailly de club in 2016 weer leven in blies, was ik zo content dat ik besloot om mij tijdens de shows met de RDWM-sjaal als supporter van Molenbeek te profileren. Om de mensen zowel Molenbeek als het Brusselse dialect te leren kennen.
Wat is je favoriete Brusselse uitspraak?
‘Den deuvel on aave nek’: ik heb geen zin om dat te doen. En ‘ei ei ma ne poêter op ma gat geschilderd’: hij heeft mij voor de gek gehouden.
Interview door Ineke Sissau
Volvo Sterckx – De Smet
En noê den Bat- en de Papa-mobile rait er naa uuk nen Brusseleir!-mobile rond!
‘n Schuun koesj vè mei ouver de Vlomse Stieweg te crosse!
Lees hier meer over het partnerschap tussen Volvo Sterckx – De Smet en Brusseleir!
Ilse Demol van Volvo Sterckx – De Smet – ‘Voor mij is een Brusseleir een bon vivant die met iedereen overeenkomt.’
Eén brok energie en niet alleen in de showroom. Tijdens De Weik van’t Brussels verwelkomt ze Brusseleir! elk jaar hartverwarmend, dat maakt van Volvo Sterckx – De Smet een volwaardige partenair
Kan je iets vertellen over het partnerschap met Brusseleir!?
Het personeel van Volvo Sterckx – De Smet is fan van het eerste uur van het Brussels Volkstejoêter. Hopelijk brengt 2022 de mogelijkheid om naar de nieuwe voorstelling Oscar te gaan kijken. Daarnaast wordt De Weik van ‘t Brussels in de showroom van Zellik altijd uitbundig afgesloten. Dan staat alles in het thema van onze hoofdstad. Van de artiesten tot zelfs de hapjes. De volgende Gruuten Talkshow is gepland op 21 maart en dan komen onder andere Mathias Vergels en Guy Swinnen optreden. Ook hebben wij een splinternieuwe XC60 laten wrappen met daarop de skyline van
Brussel en het logo van Brusseleir! verwerkt. Deze auto hebben we ter beschikking gesteld van Brusseleir!
Wat is je favoriete plaatsje in Brussel?
Er is werkelijk zoveel moois te zien. Maar moet ik echt kiezen, dan raad ik restaurant Henri op de Vlaamsesteenweg aan. De Grote Markt is tijdens de kerstperiode met al haar lichtjes uiteraard ook heel mooi. Een aan Chateau Robin in Ter Kamerenbos en het Zoniënwoud is het heerlijk wandelen. Nu heb ik al teveel opgenoemd, zeker?
Kom je goed overeen met een Brusseleir!?
Ik heb industriële wetenschappen in Brussel gestudeerd en er vijf jaar op een studiebureau gewerkt voor we de garages overnamen. Dan kan ik toch al spreken van een uitgebreide kennismaking met de Brusseleirs. Voor mij is
een Brusseleir een bon vivant die met iedereen overeenkomt.
Als je zou kunnen toveren, wat zou je Brussel dan wensen?
Het is prachtig hoe ze de historische stationshallen van de Gare Maritime hebben opgefrist met veel lichtinval en groene wandelpaadjes. De Gare was vroeger een vergeten buurt vol kraakpanden. Nu is het daar een fantastische
setting om rond te wandelen en te eten. Zo’n opwaardering wens ik elke plek in Brussel toe.
Heb je een herinnering die aan Brussel gebonden is?
Dan denk ik terug aan hoe we in juli 2020 de opening van onze Polestar Space aan de Akenkaai vlak bij Tour en Taxis hebben gevierd met ons personeel. We hadden een boot gehuurd waar we, ondanks Corona, er toch in geslaagd
zijn om dit te kunnen vieren. We hebben ons daar toen heel goed geamuseerd, we hebben gezongen en gelachen.
Interview: Ineke Sissau
Huisfotograaf van Brusseleir! Guido Van den Troost – ‘Gekspressioneid is een ode aan de praktiserende Brusseleir en een knipoog naar mijn grootmoeder’
Huisfotograaf Guido Van den Troost werd de charme van het Brussels letterlijk op grootmoeders wijze ingelepeld. Het fotoboek Gekspressioneid is een ode aan de praktiserende Brusseleir en een knipoog naar zijn grootmoeder.
Hoe is het idee voor Gekspressioneid ontstaan?
Door voor Brusseleir! en het Brussels Volkstejoêter te werken, word ik dagelijks gecharmeerd door de vele mensen die het Brussels machtig zijn en die de soms vulgaire maar vooral fantasierijke uitdrukkingen in het alledaagse leven gebruiken. Daarom besloot ik dit boek te wijden aan de Brusseleir die de taal in leven houdt.
Vanwaar komt je liefde voor het Brussels?
Mijn grootmoeder was in mijn kinderogen een eigenaardig, oud vrouwtje die een taal sprak die niemand begreep. Ze vertikte het om in Wolvertem Algemeen Nederlands te spreken, al woonde ze al jaren niet meer in Anderlecht.
Zo werd mij het Brussels ingelepeld. Ik weet dat ze gek was van films en dat vergroot de kans dat ze mijn grootvader leerde kennen tijdens een nachtje uit naar de Zinnema. Ik kom mijn grootmoeder en mijzelf altijd een beetje
tegen in Brussel.
Hoe maak je van een taal foto’s?
Tom Frantzen deed het mij voor met zijn Zinneke en zijn Vaartkapoen. Dat zijn beelden waarin het Brussels bijna hoorbaar is met de zwans die eigen is aan de Brusselse geest. Magritte, die ook erg met taal en beeld begaan was, moet zeker het surrealisme in het kleurrijke Brussels herkend hebben. Scheldwoorden als ‘schieve lavabo’ en een ‘afgelekte boestrink’ zijn op en top surrealistisch. Ik hoop dat wie mijn foto’s ziet, ook de taal ‘hoort’.
Wat was de insteek van het poëzieprogramma Gepakt van Marc Bober, Claude Lammens, Niki D’Heere, Gertjie Bryssinck en Mark Vanhoorick?
Gepakt is een poëzieprogramma over fotografie. Foto’s worden getoond door middel van woorden. Soms is één zin mooi genoeg om je mee te nemen. Je ziet juist meer wanneer je de suggestieve kracht van weinig woorden gebruikt.
Kreeg je veel hulp van buitenaf?
Brusseleir! bracht mij op plaatsen waar ik nooit zou komen. Ik ben het Goudblommeke in Papier dankbaar voor een twintigtal portretten die ik er mocht maken, die dan weer een portret werden van het café zelf. Ik heb via de Growfunding-actie ook veel steun gekregen uit onverwachte hoek en dat is hartverwarmend.
Wat is je favoriet Brussels woord of uitspraak?
Ette keis. Nog nooit geproefd want ik associeer dat met vuile tenen. Beloof ik bij deze aan
Brusseleir! dat ik er mij ooit eens aan waag?
Interview: Ineke Sissau
HET FOTOBOEK ‘GEKSPRESSIONEID’ IS TE KOOP IN DE
BRUSSELEIR-SHOP.
Brusseleir! tote bags!
Heb je onze nieuwe Brusseleir! zakken al gezien? Good vè et milieu en vè a kommisses….
Koop ze via de webshop of in ’t Oeis van ‘t Brussels (Vlaamsesteenweg 98, 1000 Brussel).
2+1 Bei Brusseleir!
De feesten komen eraan en we snellen naar de winkel om het perfecte eindejaarsgeschenk op de kop te kunnen tikken. Goit ni te vêr luupe ‘n kupt e Brusseleir!-kadouke.
Ge kraaigt zëlfs e koudeke … as ge 2 kadoukes kupt.
Via de webshop of in ’t Oeis van ‘t Brussels (Vlaamsesteenweg 98, 1000 Brussel).
Guido Goovaerts, acteur bij het Brussels Volkstejoêter – ‘ Humor is een serieuze zaak. ’
Guido Goovaerts, een grote man uit het kleine Buizingen. Hij speelt in Moeste weite wa da’k paas, Daniel, een gelukkig getrouwde man die zijn grondvesten voelt daveren na het ontmoeten van de veel jongere Emma. Brusseleir! legt Guido ook het vuur aan de schenen met een interview over Spoinsj Brussels, de ontlading na de eerste lach en waarom je moet blijven komen naar het Brussels Volkstejoêter. Ah non peut-être!
We kennen je als acteur van het BVT. Maar wie is Guido Goovaerts?
Ik woon al meer dan 10 jaar bonheur met mijn madame in Buizingen, vlakbij Halle. Ik heb een lange tijd in een grootbank gewerkt. Toen mijn werkgever besloot om de 55-plussers te ontslaan heb ik dit aanbod gretig aanvaard. Nu kan ik mij bezighouden met wat ik graag doe. Het Brussels Volkstejoêter is één van die dingen. Moeste weite wa da’k paas is nu mijn vierde productie.
Heb je altijd graag geacteerd?
Op school voerde ik sketches op die ik zelf in elkaar had gestoken. Maar ik was al een eind in de dertig voordat ik startte met acteren. Heel je leven ben je bezig met andere dingen. Een gezin starten, een huis kopen en een carrière nastreven. Op een bepaald moment voel je ergens een gemis en ga je op zoek. Ik speel al 27 jaar in de Cabaret groep Komma in Alsemberg. Hier doen we alles zelf, van liedjes en tekstjes schrijven tot regisseren. Ik ben de frontman en zing de meeste liedjes. We combineren stand-up met muziek. Maar ik wou eens zelf geregisseerd worden en theater spelen. Ik mocht op auditie gaan bij Marc Bober. Na mijn auditie zei Marc: ‘We zoeken nog ne spoinjoêd, spreekt u dat aan?’ En voilà, ik had mijn eerste rol te pakken met ’n vlooi In a uur. (lacht)
Hoe bereid je zo een specifiek accent voor?
Veel observeren. Ik keek bijvoorbeeld naar specifieke types die op TV spraken met een zwaar accent. Het begin was een zoekproces en ik probeerde een draai te geven aan dat Brussels met een Spaans accent. Ik herinner me Geert Dehaes die kwam kijken naar een repetitie. Hij riep me apart en zei me bloedserieus: ‘A Brussels es ni goo zenne.’ (Lacht). Eén van de mooiste complimenten kreeg ik van een toeschouwer. Die vertelde me dat ik exact klonk als haar Spaanse nonkel die al 30 jaar in Brussel woonde.
Heb je je Brussels moeten bijschaven voor je start bij het BVT?
Ik heb tot mijn 8 jaar in Kortenberg gewoond en ben dan verhuisd naar Drogenbos. En het dialect in Drogenbos trekt toch giel èt op dat van het Brussels. Er zijn natuurlijk verschillende uitdrukkingen, klemtonen en woorden. Ik heb dingen moeten aanleren en afleren. De nadruk op ‘lijk’ in het Brussels heb ik moet aanleren. Ik heb geen dialectlessen gevolgd want ik heb een natuurlijke talenknobbel. (lacht). Ik heb mijn Brussels zien evolueren tijdens repetities en voorstellingen. Je krijgt feedback van de acteurs en het publiek. Ik creëer ook geen ‘persona’ als ik Brussels spreek, what you see is wat you get.
Hoe zie je het dialect evolueren?
Dat is een goede vraag. Wij behouden en verspreiden het Brussels. Wat jongeren vandaag spreken is niet meer het Brussels dat wij gebruiken in de theaterstukken. Maar waarom maken we daar geen gebruik van? Een taal leeft en evolueert. Je ziet dat er veel interesse is bij jongeren als je een blik werpt in de zaal bij een voorstelling van het Brussels Volkstejoêter.
We zien dit ook aan de inschrijvingen voor onze Toêllesse Brussels. We werken nu al met wachtlijsten.
Inderdaad, Brussels is ten slotte een heel sappig dialect. Het BVT heeft een reputatie opgebouwd waardoor mensen telkens blijven terugkomen. En deze reputatie houden we hoog.
Hoe zou je je band met Brussel beschrijven?
Aangezien Drogenbos heel dicht bij Brussel ligt kwam ik hier vaak. Je kon me toen terugvinden in de De Kouning van Spoinje of De Dolle Mol. Een aantal jaar geleden heb ik een gidsenopleiding gevolgd. Nu geef ik rondleidingen in Brussel en indien gewenst ook in het sappig Brussels.
Welke film of welk boek zou je zelf willen uitwerken tot een theaterstuk?
Onlangs filosofeerde ik met Stef Van Litsenborgh over een samenwerking. Wat als wij samen Bossemans en Coppenolle spelen of Jérôme et Benjamin van Ernest Claes? Wat een vonken zou dat geven. In een zelfgeschreven stuk van BVT zou ik ook graag spelen. Er zitten veel ideeën in mijn hoofd maar het is niet evident om eraan te beginnen.
Wat is jouw drijfveer om te acteren?
Tijdens de allereerste voorstelling is er een bepaalde spanning tot de eerste lach. Wanneer het publiek lacht op het moment dat ze verondersteld worden om te lachen, dèn zaaide vertrokke. Die ontlading is onbeschrijfelijk en daarna sta je strak van de adrenaline. Ik kan me helemaal laten gaan in Moeste weite wa da’k paas. Mensen laten lachen is heerlijk maar moeilijk. Humor is een ernstige zaak en er komt veel bij kijken. Timing en intonatie is belangrijk en het is niet iedereen gegeven.
Wat zou je zeggen tegen mensen die door corona niet naar het theater durven gaan?
Blijf sowieso komen. Ten eerste omdat het een goed stuk is. Ten tweede omdat het al veel te lang geleden is. Ten derde omdat al de voorzorgsmaatregelen worden genomen. We controleren de covid pass aan de ingang en iedereen houdt zijn mondmasker aan.
Mensen laten lachen, daar leef ik voor. En ik hoop dat ik dit nog vele jaren mag blijven doen.
27 JAAR GREEN PARK BIJ CORINNE – Ik ben 100% Anderlechtsupporter, maar ben heel blij als andere Brusselse ploegen het goed doen!
Het eerste wat meteen opvalt naast het zicht op het Anderlechtstation door de grote ramen is de voertaal. Want die is voornamelijk Brussels. Corinne die al 27 jaar lang de zaak mee runt spreekt Brussels en switcht al even snel naar het Frans af en toe. Het is al gauw duidelijk waarom de Anderlechtenaar en iedereen daar buiten zich hier thuis voelt, de sfeer is joviaal en Brussels, het eten top, quoi! Corinne nam het café over van haar moeder en is sindsdien niet meer in Green Park weg te denken. Het sluitingsuur hangt af van de klanten en dat hoeft niet te verbazen. De gemoedelijke sfeer die er hangt zorgt ervoor dat menigeen hier wel eens blijft plakken. Eind 2021 wordt de zaak overgelaten, zo wordt Corinne op de valreep ons “maske van de moind november” en dat is meer dan terecht!
Wat is de ontstaansgeschiedenis van Green Park in een notendop?
Mijn moeder had al een café in Molenbeek met maar liefst 100 plaatsen, maar wilde graag een kleiner pand zoeken. Ikzelf ben 100% Brusseles, ik geloof dat mijn ‘proper’ Nederlands in feite Brussels is. Ik ben geboren in Sint-Anneke, dus ook nog eens een rasechte Anderlechtse. We hebben overigens altijd in de Theo Verbeecklaan gewoond naast ‘La Coupe’ en frequenteerden regelmatig te buurt. De keuze voor dit pand recht tegenover de oude ingang van het Anderlechtstadion was dus snel gemaakt. De cafés en horecazaken hadden voornamelijk namen die de nabijheid van het voetbal uitstraalden zoals La Coupe, Le But, De Penalty en La Tribune en ga zo maar door. Mijn moeder wilde echter een andere naam, die niets met voetbal te maken had. Ze noemde het uiteindelijk Green Park, naar Park Astrid, dat achter ‘de stade’ lag. Een mooi park dat indertijd heel populair was om te gaan wandelen en waar iedereen zich goed voelde. Haar tweede man was toen als chef werkzaam bij ‘Chez François’op de Vismet en zou het culinaire aspect voor zijn rekening nemen. We renoveerden het pand enigszins naar onze smaak, maar het is sindsdien nagenoeg onveranderd gebleven. Op 5 september 1994 zijn we samen van start gegaan met deze taverne met kleine restauratie die plaats biedt aan 35 personen, waar je van maandag tot vrijdag gezellig kan komen lunchen.
Wat maakt Green Park zo geliefd bij de klanten?
Dit café is ons leven, we zijn er wekelijks alle dagen. We hebben een goede band met onze klanten en ze komen hier graag over de vloer. Het sluitingsuur hangt vooral van hen af. Onvermijdelijk heeft iedereen het over voetbal, als je daar niet tegen kunt moet je hier niet komen (lacht). Nee, het is vooral fijn dat je iedereen hier kan tegenkomen. De gewone man in de straat, de forains, Marco van snack Charlotte aan het Vossenplein, maar even goed de burgemeester of de advocaten uit de buurt. Ze komen hier allemaal voor de gezellige sfeer, een goede lunch en een beetje voor het voetbal. Het gaat hier welgeteld tien minuten over de coronacrisis en dan 3 uur over de voetbalcompetitie!
Tijdens de matchen openen jullie ook, dat zijn vast speciale momenten?
Jazeker, als Anderlecht speelt maken we ruimte voor de supporters en plaatsen we een tap buiten. Dan herken je het hier niet meer (lacht). De laatste jaren gaat het wat moeilijker voor de club, maar dat heeft elke ploeg wel eens. We zijn nu 4 seizoenen na elkaar geen kampioen, daar moet je ook aan wennen na al die successen van voorheen. Ondertussen staan we zesde in de competitie. Dat had ook nooit iemand gedacht. Er zijn er die van colère hun abonnement weggooien, sommigen blijven weg. Dat hoort er nu eenmaal bij. We keken allen uit naar de komst van Vincent Kompany als trainer, hij had echt een icoonstatus door zijn passage in de Engelse competitie. Maar velen zijn teleurgesteld door de resultaten, hij heeft immers geen ervaring als trainer, ondanks het feit dat hij een topspeler is. Hij mag het lang proberen vind ik, een andere trainer hadden ze allicht al lang aan de deur gezet. Toch zie ik mijzelf niet voor een andere ploeg supporteren eerlijk gezegd. Mijn vader speelde bij Anderlecht, we zijn opgegroeid met de ploeg en nemen nu onze kleinkinderen mee. We hebben zoveel mooie momenten beleefd, dat blijf je koesteren.
Kan je zo een van je favoriete momenten omschrijven?
Tijdens de Beker van België was er een match tegen Union, we hebben toen samen Brusselse leekes gezongen, de sfeer was schitterend, dat ga ik nooit vergeten. Toen de ploeg goed draaide en ze kampioen werden barstte er ook al eens onverwachts een volksfeest los. Ze speelden ooit kampioen op Brugge, toen de bus hier terug arriveerde, kwamen de spelers allemaal bij ons. Radzinski tapte pinten aan de toog. We hadden frietjes gebakken die De Boeck uitdeelde aan iedereen. Dat was echt tof voor ons, maar zeker ook voor de klanten. Als de spelers van ergens terugkwamen stond iedereen altijd aan de grote venster ongeduldig hun terugkeer af te wachten. Ik herinner me feestjes met Marc Degryse, John Bosman, trainer Hugo Broos en natuurlijk ook Johan Boskamp. Die laatste kende ons al van toen we het café in Molenbeek hadden, een toffe gast. Hij kwam hier eten met wijlen Jean Dockx. Ze zaten altijd aan hetzelfde tafeltje bij de keuken. De spelers wisten dat Jean hier vaak op zijn vaste plaats zat en kwamen hem hier wel eens spreken als er een probleem was of om advies vragen. Ik herinner me nog heel goed, het was een maandag, toen hij me zei dat hij zich niet zo goed voelde, ’s anderdaags is hij overleden. Dat was een grote klap voor iedereen, zijn overlijden heeft mij bijzonder diep geraakt. Graag vermeld ik ook nog Pierre Leroy die 24 jaar lang délégué was bij Anderlecht en de nieuwe trainers meenam naar Green Park, hij kwam hier heel vaak eten en doet dat nog steeds!
Union doet het op dit moment bijzonder goed, wat vind je daarvan?
Ik ben een Brusseles en Anderlechtsupporter, maar ik ben blij als de Brusselse ploegen het goed doen. Dus de resultaten van Union maken mij ook fier! De Brusselse ploegen gaan goed mee, dat is tof om te zien. Ik ken veel mensen bij Union en heb hen zelfs twee jaar op rij gesponsord! Als we thuis zijn kijken we naar hun wedstrijden.
Heb je een favoriete Brusselse uitspraak en waar vinden we je wanneer je niet in Green Park bent?
‘Kom Corinne, geift ons nog iene’. Dat hoor ik hier vaak. ‘Nen echte Jan maain kluute’ wordt er al eens tussen gezwierd als het over voetbal gaat. Ik ga al eens graag eten bij ‘San Daniele’, dat is werkelijk een toprestaurant. Maar ik ben ook trouw aan mijn klanten, de forains ga ik op de foor bezoeken en bij gelegenheid zak ik af naar het Vossenplein. Maar eerlijk gezegd ben ik even goed content als ik eens op mijn gemak thuis ben, want daar vertoef ik uiteindelijk niet zo veel! (lacht)
Ondertussen sta je al 27 jaar in het café, eind december stopt jullie verhaal hier?
Dat klopt, we hadden dat al beslist voor de coronacrisis in feite. Het heeft wel wat roet in het eten gegooid naar de klanten toe, maar we bleven voor hen paraat met een take away-dienst. Maar tegen het einde van het jaar stopt het hier voor ons. Tegen mijn klanten zeg ik vaak: ik blijf nog eventjes bij jullie. Al begint het wel te korten. Er is een jonge overnemer gevonden die gekend is in de buurt, dus Green Park hoeft daarom niet te verdwijnen. We hebben hier 27 jaar hard gewerkt om een mooie zaak op te bouwen die goed draait, dat gaan we niet zomaar aan de eerste beste overlaten, we hopen echt dat het goed blijft gaan hier. De vaste klanten hebben veel spijt en ik ga hen zeker ook missen, de ambiance en de matchen. Ik zit tussen twee vuren, maar mijn cliënteel ook, ik begrijp dat ze het er moeilijk mee hebben en anderzijds gunnen ze het ons. Voor mij is dat net zo, ik word wat verdrietig als ik denk aan het einde maar het is tijd voor iets nieuws. We moeten van het leven profiteren nu we in goede gezondheid zijn, dat is even goed belangrijk. Daarom trekken we naar de Spaanse zon om te relaxen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, misschien starten we daar toch een kleine zaak (lacht).
Green Park, Theo Verbeecklaan 35 1070 ANDERLECHT
Ma-Vrij: 10-20 u en alle thuismatchen van Anderlecht
Zinnema, al 20 jaar de thuisbasis van het Brussels Volkstejoêter. Els Verdonck – ‘Het BVT is kind aan huis in Zinnema.’
Ze houdt van Brussel omwille van de unieke vrije sfeer die er hangt en die je nergens anders vindt. Dat is mooi meegenomen want al 20 jaar verzorgt Els Verdonck de zaalplanning bij Zinnema in Anderlecht en is ze fan van het eerste uur van het Brussels Volkstejoêter (BVT). Zinnema is al jaar en dag de vaste stek van het BVT als repetitieruimte, maar ook de vertoningen van de producties gaan steevast door in de Veeweydestraat. Na de coronaperikelen en de verplichte maandenlange sluiting zijn alle ogen gericht op de première van ‘Moeste Weite Wa da’k Paas’ en Oscar. Voor een niet-Brusselaar is dat laatste makkelijker uit te spreken, maar dat laat Els niet aan haar hart komen. Ze kijkt al reikhalzend uit naar de aanblik van een uitpuilende vestiaire!
Hoe kwam je bij Zinnema terecht?
Mijn roots liggen eigenlijk in het Antwerpse, maar door de liefde die ik vond in het Pajottenland kwam ik via een omweg langs Aalst in Zinnema terecht, toen nog “het Vlaams Huis voor Amateurskunsten”. Eerst was ik er werkzaam als administratief medewerker, nadien als infrastructuurverantwoordelijke. Dankzij mijn handelsstudies en bijverdienste in de horeca had ik gelukkig wat ervaring met een aantal aspecten die hier ook aan bod kwamen. Uiteraard was het een leerproces waarbij je dingen gaandeweg begint aan te voelen, maar ik was zeer opgetogen door de combinatie van het samenwerken met mensen, de contacten met verschillende organisaties en hun begeleiding binnen Zinnema. Zo is er ook met het Brussels Volkstejoêter door de jaren heen een goede band en samenwerking ontstaan, waarop we beiden heel fier mogen zijn. Het is een zeer afwisselende job die mij nog altijd heel veel energie en voldoening geeft. Het is zoveel meer dan het inplannen van zalen vanachter je computerscherm. Maar ik doe dit echter niet alleen. Dit alles zou nooit mogelijk zijn als ik deze fantastische ploeg niet in huis had waarop ik kan rekenen. Wanneer het BVT neerstrijkt voor een residentie van ongeveer 3 maanden met haar entourage en haar vrijwilligersploeg is het alle hens aan dek om alles tot in de puntjes in orde te hebben voor het faciliteren van repetities en voorstellingen. Er komen techniekers aan te pas, maar ook onderhoudspersoneel om de loges en zalen netjes te houden. Daarnaast is er ook nog het horecapersoneel om de bar open te houden en iedereen tijdig van een drankje te voorzien. Het is wel fijn dat we elke keer de primeur van de première bij ons kunnen laten doorgaan wanneer er een nieuwe productie van start gaat. Dat is altijd een groot feest én mooi meegenomen. Het BVT is kind aan huis bij wijze van spreken.
Kan je de samenwerking beschrijven?
Roger Van de Voorde schaarde zich al sinds de jaren 70 achter de missie om het amateurtoneel op de kaart te zetten. BVT was toen op zoek naar een vaste stek en kwam dankzij hem al snel bij ons uit. We zijn heel blij dat we na 20 jaar nog altijd zoveel voor elkaar kunnen betekenen in de brede zin van het woord. Door de producties van BVT in Zinnema op te nemen in ons aanbod, zorgt dit voor een wisselwerking tussen het publiek in het centrum en de Rand van Brussel, die we anders niet zouden kunnen bereiken. We kunnen elkaar op de duur niet meer wegdenken. Het trekt een breed en divers publiek aan met zowel een Franstalige als een Vlaamse achtergrond, dat toch hun weg vindt naar hetzelfde theater. Dat is uiterst boeiend! De stukken die gebracht worden vinden weerga bij het grote publiek dat er elke keer naar uitkijkt om zich te ontspannen, te amuseren en te lachen. Als ik kan, pik ik een voorstelling mee. Ik heb er zelden een gemist of ik moet ernstig ziek zijn. Meestal weten de acteurs aan mijn lach dat ik in de zaal zit (lacht). We worden ook uitgenodigd op events die Brusseleir organiseert, zoals de ‘Verkeezing van de Brusseleir van ’t Joêr. Dat bewijst toch de wederzijdse dankbaarheid die de samenwerking zo leuk maakt.
Ondertussen doe je dit al 20 jaar. Wat brengt de toekomst?
In de toekomst willen we deze duurzame samenwerking op dezelfde spontane manier verder zetten zoals deze nu verloopt, waarbij we inspelen op elkaars noden door vraag en aanbod optimaal op elkaar af te stemmen. We blijven niet stilstaan, iedereen is welkom in Zinnema en daarbij luisteren we graag naar de verhalen en behoeftes van organisaties en van elkeen die met kunst bezig is. We zetten ook veel in op de jeugd en willen zowel voor hen als voor de hele wijk een laagdrempelige ontmoetingsplek bieden. In het voorjaar organiseren we in samenwerking met Brusseleir!, de overkoepelende organisatie van het BVT, een fototentoonstelling rond het Brussels. Zo kunnen we ons partnership nog meer verbreden en niet enkel het theater belichten, maar de hele Brusseleir-werking. Ik hoop dat verleden en heden op deze amusante manier kunnen blijven door elkaar lopen voor een optimaal blijvend samenwerkingsverband.
ARMAND SCHREURS – POPPENSPELER, COLUMNIST EN MEDIAPERFORMER – ATTENTION, MENNEKE !
Het radioleven blies een van Vlaanderens bekendste poppenspelers, Armand Schreurs, naar Brussel, waar hij regelmatig Raymond Goethals van een tweede levensadem voorziet. Meer nog, hij heeft Raymond persoonlijk gekend. Op 7 oktober 2021 zou Raymond Goethals 100 jaar geworden zijn en dat wordt gevierd bij voetbalclub Anderlecht en in Sint-Truiden met een hulde aan den tuuveneir. Het zou kunnen dat we dat allemaal op de radio gehoord hebben in een programma waar ze mensen opbellen zoals u nu. Maar we nemen u hier niet op de hak. Tijd voor een gelegenheidsinterview met Armand voor hij ‘de veur af is’ richting Nederland.
Je legde een heel parcours af van krant tot radio, tot bij de Noorderburen?
Ja, ik schreef voor het Belang van Limburg en heb er tot op heden een wekelijkse column ‘Café Armand’ op dinsdag. Vanaf 1991 was ik wekelijks te gast in het radioprogramma Ochtendkuren met Dirk Somers en Luc Verschueren. Daar speelde ik onder meer de typetjes Boer Firmin Vandeput en ministerieel chauffeur Jacky Spaas. Ruim 1.2 miljoen mensen waren getuige van hoe ik nietsvermoedende mensen beetnam via de radio, kunt ge u dat voorstellen? In 2004 stapte ik over naar NOS Radio 1, waar ik tot 2018 bijdragen maakte over sport in België in het programma Langs de Lijn. Tijdens die periode van 15 jaar had ik ook een radiocolumn, onder meer tijdens zeven edities van de Tour de France. De sportcultuur is in Nederland heel anders dan hier. Ze hebben er geen supporterscafés en geen Muur van Geraardsbergen, de inspiratie lag voor het rapen.
En dan is er ook nog Raymond Goethals, hoe is dat gekomen?
Voor een radio-interview bij Radio 1 mocht ik naar Standard afzakken om er Raymond Goethals die er destijds trainer was te interviewen. Ik ontmoette er Jos Daerden, een van de spelers die Raymond vaak imiteerde. Hij spoorde me aan daar mee iets te doen. Toevallig bleek ik hetzelfde stemtimbre als Raymond te hebben. ik heb steeds een goed contact met hem gehad. Daardoor kon ik mijn vocabulaire uitbreiden, met extra aandacht voor het Brussels en de grammatica. Op de Nederlandse radio legde ik vaak uit dat Brusselaars ‘Attention, menneke’ zeggen, twee woorden in twee talen. Het is een unieke mix die naar meer smaakte. Met poppen was ik al bezig sinds mijn achttiende omdat ik door het schrijven van theaterstukken vaak in de theaterwereld toefde. Uiteindelijk zou die combinatie de kans creëren om vaak met Brusseleir! samen te werken. Gedurende vele jaren waren er zondag op radio 2 omstreeks 17.45 de officiële voetbaluitslagen, die ik nadien zogezegd als Raymond Goethals van commentaar voorzag. De ‘echte Raymond’ sprak me er later over aan, dat hij het wel goed vond en dat hij er zelfs mee gelachen had. Ik geloof dat hij het ergens wel amusant vond omdat ik dingen zei die hij ook zo zou zeggen. Hij was immers iemand die zich niets op de mouw liet spelden. Tijdens de periode in Marseille wilde Bernard Tapie, de toenmalige voorzitter van de club, kost wat kost Raymonds ploegopstelling op voorhand weten. Raymond antwoordde hem droog dat hij dan wel ‘mergevreug den avion van neigen eure no Brussel ging pakke’.
Je zette zelfs een actie op touw bij voetbalploeg RWDM?
In 2017 werd RWDM kampioen en we lieten leerlingen uit 22 lagere scholen daarrond tekeningen maken, deze werden aangevuld met nieuwe en oude foto’s en op spandoeken geplaatst. Het idee was op de site waar het Edmond Machtensstadion gevestigd is aan storytelling te doen via spandoeken, ook Brusseleir! en minister Sven Gatz werkten mee. Zo konden we iets positiefs doen voor de club en de supporters. Ik ben blij dat het zo goed gepakt heeft en hoop dat we dit initiatief in de toekomst kunnen uitbreiden!