Geschiedenis fascineert mij mateloos, maar dan spreek ik niet over de Keizer Karels van deze wereld, maar over de verhalen van de kleine mens. En die verhalen vond je terug bij “De Orde van de Bloempanch”.

Marc Ponsaerts was meer dan 40  jaar “facteur van de Duivelshoek”, mo zaain èt lag surtout ba de Orde van de Bloempanch. De Orde vertegenwoordigde de Bloempanch zowel in het Europees Parlement als bij het twintig jaar bestaan van Café Masuis in de Marollen. Wat er volgens de legende nu echt gebeurd is in de Abrikozenboomstraat, kan Marc ons ontraadselen, maar opgepast ”z’angen er dikkes e pansjken oên”. 

Marc, wat is nu het verschil tussen bloodpansj en bloempansj?

Bloempansj bestaat uit varkensbloed gemengd met bloem (boekweit) en vetblokjes. Bij Bloempansj is de verhouding bloem hoger waardoor het goedkoper is.

Ben je een geboren Brusselaar?

Ik ben geboren in Elsene maar ik woon al 64 jaar in Ganshoren. Ik heb 40 jaar als facteur in Brussel Stad gewerkt waarvan bijna 20 jaar in de buurt van Brusseleir!, namelijk De Duivelshoek. In 2018 ben ik met pensioen gegaan. Ik heb altijd interesse gehad in het Brussels dialect en de geschiedenis. Geschiedenis fascineert mij nog steeds mateloos, maar dan spreek ik niet over de Keizer Karels van deze wereld, maar de verhalen van de kleine mens. En daar stond de Orde van de Bloempanch voor.

Hoe is de Orde ontstaan?

Eind 1996 kwam Bob de Backer met een paar vrienden op het zotte idee “De bloempansj” te relanceren. Het doel van de Orde was de bloempanch te promoten en de Brusselse foklore en cultuur te steunen.

Wat deed de orde?

Wij organiseerden evenementen en waren aanwezig op evenementen met de bloempansj. Eén keer per jaar organiseerden we een eetfestijn met typische Belgische gerechten en met optredens van Brusselse bands. We hebben de bloempansj op uitnodiging vertegenwoordigd in het Europees Parlement maar ook bij het twintig jaar bestaan van Café Masuis in de Marollen. Het hoogtepunt was de uitnodiging op de viering van het 100 jarig Belgische Olympische Comité met delegaties van over heel Europa. Een traiteur hielp ons met het dresseren van de bloempansj, want het mocht wat chiquer zijn dan een snee met een plak mosterd. Aan de Irisfeesten en aan Folklorissimo hebben we ook deelgenomen. Samen met de andere folkloristische bewegingen zoals de Orde van de Witloof of de Orde van de Faro stonden wij op de Grote Markt. Daar verkochten wij bloempansj geserveerd met brood en een potje mosterd. “De gazette” produceerden wij simpelweg via kopieerapparaten. Eén van onze leden was een gepensioneerde boekbinder die hielp met het binden. In de publicaties schreven we over onze activiteiten, nieuwe leden en de leveranciers van de bloempansj. 

Jullie hadden ook een “Miss Bloempanch”?

Die werd niet verkozen maar gewoonweg gevraagd. Dat waren maskes die wij kenden. Geen grote figuren maar simpele mensen, zoals wij allemaal. De meisjes kregen een Miss Bloempanch band en die waren daar fier op.

Wat betekende “De Orde van de Bloempanch” voor jou?

Deel uitmaken van de folkloregemeenschap was voor mij de reden om mij in 1997 aan te sluiten. Toen was die folklore al aan het verdwijnen en ik wou deze mee relanceren. In die tijd kostte lidgeld slechts 300 frank en je kreeg hiervoor 4 gazette per jaar. Ik viel bij het comité op omdat ik tijdens de activiteiten foto’s nam. Op de vergaderingen sprak iedereen naar zijn goesting, ‘Vloms en Frans, maar iedereen verstond elkaar. Een compromis à la Belge.

Wat was de aanleiding van de stopzetting van de Orde?

In 2014 is de Orde gestopt omdat de voorzitter te oud werd. Zijn contacten en connecties waren broodnodig voor het voortbestaan van de Orde. Het ledencomité werd ook te oud en we vonden geen opvolging. Hét probleem van de folkloriste groeperingen in Brussel. Ik heb nooit overwogen om bij een andere orde te gaan dan bij  “De Orde van de Bloempanch”. De Orde van de Bloempanch was familie.

Waar koop jij nu bloempansj?

Ik koop mijn bloempansj in Ganshoren bij slager Geert Vermeire. Hij is gespecialiseerd in paardenvlees en experimenteert met bier in zijn bereidingen.

Hoe wordt bloempansj het best geserveerd?

Ik eet hem graag in blokjes met wat mosterd. Je kan de bloempansj ook bakken in schijfjes van een centimeter dik.

Toots Thielemans was ook een lid van de orde?

Toots behoorde tot de eerste lichting van de ereleden samen met Raymond Goethals. Ik heb Raymond een paar keer ontmoet en hoe je hem op tv zag, zo was hij ook in het echt. Zo sprak hij bijvoorbeeld alle namen verkeerd uit. Toen Toots Thielemans 80 jaar werd, besloten we om hem te ‘ontvoeren’ naar Brussel. Samen met zijn vrouw Huguette en zijn management lokten we hem met een list naar Brussel. Op de Grote Markt stonden we hem op te wachten met een fanfare en reuzen en zongen we hem een gelukkige verjaardag toe. Met koets en paard reden we daarna door de Hoogstraat naar ons lokaal: volkscafé La Barrière. Zijn aankomst vierden we met champagne en natuurlijk met bloempansj. Toots, een wereldster, zat daar gewoon op een stoel tussen het volk en iedereen mocht met hem op de foto. Een memorabele dag.

Ten slotte, wat is er nu echt gebeurd in “De Bloempanchgang”?

De Abrikozenboomstraat of de Bloempanchgang is een steile straat in de Marollen. Volgens de legende woonde er boven in de straat een beenhouwer. Deze beenhouwer had ruzie met een klant over de kwaliteit van de bloempansj. In zijn kolère heeft hij de bloempansj, die dik en rond is, naar het hoofd van de klant gesmeten en zou door de steile straat met een snelheid naar beneden gerold zijn. Volgens de legende zou de pansj ook binnengerold zijn in een andere vitrine. Maar zo gaat dat met legendes, “z’angen er dikkes e pansjken oên”. (lacht)

*In het interview wordt Bloempansj of Bloempanch gebruikt.  Volgens de spelling van het Brussels wordt pansj met -sj geschreven en niet met -ch.  De uitgang -ch aan het eind van een woord wordt voornamelijk toegepast door onze Franstalige Brusselse vrienden.

Foto en interview Mira Sissau