Geplaatst op

20 joêr Brussels Volkstêjoeter

“De Brusselaars hebben een Brussels Volkstejoêter nodig en het is nog altijd revolutionair” -dixit Jef Burm

Zeven is volmaakt, perfect! Het representeert rust, voltooiing en overgaan naar een hoger niveau. Brussel werkt hard aan haar imago, maar wat heef Brussel dan wel met zeven? Brussel werd net zoals haar Italiaanse tegenhanger Rome op zeven heuvels gebouwd.

Hier moet wel gezegd dat Brussel voor altijd een streepje voor heef, want B-r-u-s-s-e-l bestaat uit zeven letters, wa paasde doê van? De hoofdstad met zeven stadspoorten kende zeven geslachten: Coudenberg, Roodenbeke, Serhuyghs, Serroelofs, Sleeus, Steenweeghs en Sweerts. 
Deze patriciërsfamilies kregen elk de bewaking toegewezen van één der stadspoorten en oefenden gedurende eeuwen belangrijke burgerlijke en politieke functies uit. Zo zou het schepenambt in de stad tot bijna aan het eind van het Ancien Régime tot hun exclusieve bevoegdheid blijven behoren. Daarbovenop zijn er zeven straten die op de Grote Markt uitkomen. Daarnaast telt de Brusselse Grote Markt van oudsher zeven panden die de naam van een dier dragen: ‘De Wolvin’, het huis van de boogschutters, ‘In den Vos’, het gildehuis van de garenspinners en nadien van de marktkramers, ‘De Zwaan’, het huis van de beenhouwers, ‘Het Hert’, dat van de stratenmakers, ‘De Duif ’, het gildehuis van de schilders, ‘De Pauw’ en ‘Den Ezel’.

Nogal wiedes dat de stichters van de Brusselse Akademee in 1991 ook met 7 waren. Het doel van de oprichting was het Brussels dialect te onderzoeken en inventariseren, maar bovenal op de luister en herwaardering van deze volkstaal voluit tot haar recht te laten komen met het oog op de komende generaties. De Akademee bleef er echter naar hunkeren om het Brussels tot bij het grote publiek te brengen.

Op die manier werd op 28 september 2000 het ‘Brussels Volkstejoêter’ of kortweg BVT boven het doopvont gehouden, dankzij 7 stichters: Jef De Keyser, Marcel de Schrijver, Roger Van de Voorde, Pol Bovré, Claude Lammens, Jef Burm en Geert Dehaes? Zodoende kan Brussel en omstreken al 20 jaar genieten van Brussels theater van de bovenste plank.

Meer over het Brussels Volkstejoêter

Geplaatst op

Et Oeis van ’t Brussels, ’n oeis mè tiekeninge

Et Oeis Van’t Brussels wordt ingezet als het ‘zenuwcentrum’ voor Brusseleir! met inbedding van een onthaalpunt, een kantoor, een shop, een documentatiecentrum voor het Brussels en evenementiële uitvalsbasis.


’N Oeis mè tiekeninge van Delphine Frantzen

De mooie tekeningen aan de muren in Et Oeis Van’t Brussels die de be.brusseleir werking voorstellen zijn gemaakt door de Brusselse illustrator Delphine Frantzen. Ze is al sinds haar kindertijd ondergedompeld in de kunst en studeerde aan de hogeschool Sint-Lukas/LUCA te Brussel de opleiding animatieflm en stripillustratie. In 2013 publiceerde ze haar eerste stripboek, Madame Pipi, bij uitgeverij Oogachtend. Later werkt ze mee aan het project Brussel in Shorts 2 voor Passa Porta, het internationale literatuurhuis in Brussel.
Zeer beïnvloed door het werk van haar vader, de beeldhouwer Tom Frantzen, blijf ze de wereld om haar heen en de personages van het dagelijks leven in Brussel schetsen.

Geplaatst op

Brusseleirs van’t joêr en vè et leive 2020

be.brusseleir kiest een verdienstelijke Brusseleir(s) van ‘t joêr, die zich het afgelopen jaar hebben ingezet voor de stad en haar inwoners. Alsook de Brusseleir(s) die de stad reeds gedurende zijn/haar gehele levensduur een warm hart toegedragen heeft.
2020, het bijzonder uitziend jaar waar iedereen naar uitkeek, de start van een nieuw decennium. Helaas overschaduwt door een onvoorziene crisis die ons allen raakte. Daarom willen we graag de sectoren en gemeenschappen die zwaar getroffen werden en voor grote uitdagingen werden gezet in de bloemetjes zetten en een hart onder de riem steken.

Brusseleirs van ’t joêr 2020

DE BRUSSELSE ZORGHELDEN

Een hulde aan alle dokters, verplegers, hulpverleners, ambulanciers, bejaardenverzorgers voor hun ongelooflijke strijd en onverzettelijkheid tegen Corona. We bezorgen de prijs symbolisch aan het UZ Brussel en het Sint Jansziekenhuis, maar willen natuurlijk àlle hulpverleners hiermee bedanken en tonen dat zij de ware helden zijn van deze crisis.

Voor het Universitair Ziekenhuis te Jette nam Ria Vanschoenwinkel de prijs in ontvangst, ook in naam van Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel. Ria is al meer dan 40 jaar professioneel actief in het UZ en sinds 2010 is ze er directeur van het departement Verpleeg- en vroedkunde. In de media is gebleken dat Marc Noppen, zelf longarts, erg trots is op het UZ en onder de indruk van de manier waarop de ziekenhuisgemeenschap deze crisis heeft aangepakt en iedereen op 1 lijn stond. 

In het Ziekenhuis Sint-Jan mochten we de prijs overhandigen aan CEO Hadewig De Corte en Marilia Bras Tavares, hoofdverpleegkundige van de Covid-afdeling. Hadewig is afkomstig uit Gent, maar is al bijna twintig jaar woonachtig in Schaarbeek. Tijdens de coronaperiode hield ze een blog bij ‘Houvast in dagen van twijfel’, waarin ze het wel en wee weergeeft van haar leven als ziekenhuishoofd, maar ook als echtgenote en mama. Een bundeling van de blogposts resulteerde in het boek ‘De helden van vandaag’. De teksten worden vergezeld door tekeningen en foto’s van Hadewigs zus Katelijne. Het vormt een eerbetoon aan het team van Sint-Jan. De opbrengst van het boek gaat integraal naar de kliniek. De crisis leerde haar vooral dat wanneer je een menselijke aanpak hanteert, waarbij samenwerking het hoogste goed is en je tegelijkertijd ook een plek geeft aan emoties van personeel, families en patiënten, je alles aan kan. Marilia woont als sinds haar zesde in Brussel en was sinds september 2019 tewerkgesteld op de dienst pneumologie, nefrologie, endocriene en vasculaire chirurgie. Die vanaf maart 2020 zou veranderen in de Covid-afdeling. Ze is super fier op haar team en de steun die ze van iedereen kreeg de laatste maanden. Ze trekt zicht in deze periode vooral op aan de warmte van haar gezin en zoontje.


Brusseleir vè ’t leive 2020

PATRICK DE CORTE  

Patrick De Corte is een Brusselse ket en voorzitter van de Brusselse Zuidfoor, waar hij de voortrekker is van de Brusselse Foorkramers. Foorkramers of forains vormen een hechte gemeenschap die het Brussels erfgoed onder de aandacht brengen. Meer nog, het Brussels dialect is hun moeder- en voertaal, alsook het Bargoens. Een forain heeft ook een beetje dezelfde mentaliteit zoals een Brusseleir, beiden hebben ze een toffe manier om met de mensen om te gaan. Ze maken veel lawaai, hoewel ze telkens het respect voor de mensen met wie ze omgaan bewaren. Een Brusselaar heeft dat ook in zich, ze delen hun liefde voor het leven en om er iets van te maken door er volop van te profiteren, waardoor ze er àlles willen uithalen. Dat doet Patrick ook.

Al 5 generaties lang maakt zijn familie deel uit van het foorleven.  Zij baten onder andere verschillende snackkramen uit met de beste frietjes, smoutebollen, Brusselse wafels, beignets en ga zo maar door. Alles volgens de traditie naar oude familierecepten. Niet voor niets luidt hun leuze ‘De kwaliteit is onze reclame’, die hij nog jaren hoopt uit te dragen.

Al maakt de coronacrisis hen dat niet makkelijk, de maatregelen die broodnodig waren om de verspreiding van het virus te beperken hebben helaas ook zwaar ingehakt op het bestaan en de toekomst van de foorkramers. De Zuidfoor werd, samen met vele alle andere kermissen afgelast. Net nu ze ook reeds in een lastig parket zaten qua locatie aan het Zuidstation en dreigden te moeten verhuizen door de werken daar. Be.brusseleir wil hen een hart onder de riem steken en hen steunen in de strijd voor hun voortbestaan. De kermis maakt immers deel uit van ieders jeugd en een Brusselse cultuur die niet verloren mag gaan. 

Met het huldigen van Patrick erkent be.brusseleir ook de hele Brusselse foorkramersgemeenschap als Brusseleirs vè’t leive.

Geplaatst op

Tsjirpke van de moind

In Brussel on de voêt

In Brussel on de voêt
struumt et woêter dui ui troên
en dei troên in ui kroêg
struumt ni te truuste zuu treig

In Brussel on de voêt
troebel speegelt et licht
rolt ’n kettink omlieg
van ’n kroên, af en oên.

In Brussel on de voêt
’n roêit op de stad,
ketjes speilen op ’t pad,
doê kiert ‘t leive da z’ad

In Brussel on de voêt
smelt ze zand in ui and,
kloêgt ze, stil, oên de kant
komme joêre van verstand

In Brussel on de voêt
vertelt z’ ui veroêl
in ui golvende toêl,
oo z’ee kwoemp, illegoêl
alf verzoupe vè ‘n ideoêl
ee gelokt dui ne roop 
zwalpend in ’n ​chaloupe

En doê, ôn de voêt
goït z’uin druum achternoê
goït ze rechtdui, rechtoêit,
zeet ne ni achteroêit,
dui nikske ni t’aave,
zeet ze ’t uug van de stërm
woê ze weg kan van blaaive,
draaift ze voesj op ui aaige,
ui aaige, dui niks ni te kraaige.

FILIP VAN ZANDYCKE