Tristan Versteven volgt Marc Bober op als artistiek leider van het BVT
“Amateurtoneel is de basis van alles”
Met Tristan Versteven trekt het Brussels Volkstejoêter een verse kracht aan met veel ervaring in het theater. Versteven volgt Marc Bober op als de artistiek leider die het gezelschap de volgende jaren zal begeleiden. Hij regisseerde eerder bij BVT al De Zugezeide Zeeke van Molière, en zal er in 2025 Midzomernachtsdroom regisseren. Voorts is hij acteur en regisseur bij zijn eigen Mechelse gezelschap Het Banket, en speelde hij in tal van films en televisiereeksen, zoals recent nog Skunk en Knokke Off.
Het Brussels Volkstejoêter wordt dus een nieuwe uitdaging naast uw eigen theaterprojecten bij Het Banket en het acteren voor film en televisie. Hoe heeft u ooit de microbe te pakken gekregen?
Tristan Versteven: Mijn vader werkte in het KJT (Koninklijk jeugdtheater) in Antwerpen, dat nu hetpaleis heet. Als kind bracht ik daar bijna iedere woensdagnamiddag door. Ik mocht achter de schermen en zag ook alle voorstellingen, met die magische decors en grote decorwissels die mij ook een liefde voor scenografie hebben bijgebracht. Weggevoerd worden naar andere werelden en daarin meegaan, vind ik al heel mijn leven fantastisch. Mijn moeder speelde dan weer amateurtheater in Mechelen. Ik ben dus heel mijn jeugd met theater bezig geweest. Er wordt gezegd dat ik vanaf mijn vier jaar al zei dat ik later acteur wilde worden, en dus geen brandweerman of piloot. Vanaf mijn twaalfde ging ik dan naar de Dramastudio voor jongeren in het Mechels Miniatuurtheater, en daarna ging ik bij amateurgezelschappen spelen. In de laatste twee jaar van mijn humaniora deed ik soms mee in vijf producties per jaar, bij verschillende gezelschappen. En als ze op het Conservatorium mensen tekort kwamen, ging ik daar ook meespelen als vrije leerling.
Voor uw studies kwam u dan terecht in Brussel.
Versteven: Ik ben begonnen aan het conservatorium en ben afgestudeerd aan het RITCS. Daarna heb ik meer dan tien jaar jeugdtheater bij hetpaleis gespeeld. En dan heb ik samen met collega Brechtje Louwaard ons eigen gezelschap Het Banket opgericht in Mechelen, waarmee we rondtoeren in heel Vlaanderen. In het begin maakten wij ook vooral jeugdvoorstellingen, want theater voor de jeugd is heel belangrijk. Omdat ik vind dat iemands eerste theaterervaringen, ook tijdens de schooltijd, goed moeten zijn.
Je kan pas verwonderd geraken en betoverd worden als een voorstelling bepaalde normen haalt, en een kind voelt dat perfect aan. Nu maken we met Het Banket vooral theatrale concerten, zoals recent Egmont met I Solisti en het Vlaams Radiokoor, of Peer Gynt met Brussels Philharmonic Orchestra.
Maar het amateurtheater heeft dus wel nog altijd een plaats in uw hart én in uw agenda.
Versteven: Toen ik pas afgestudeerd was, heb ik een paar jaar regies gedaan in verschillende amateurgezelschappen. Omdat het ook voor een acteur enorm leerzaam is om zelf voor een groep acteurs te staan en te kijken wat werkt en wat niet.
Ik vind het daarnaast heel belangrijk dat het amateurtoneel blijft bestaan, want dat is de basis van alles. Spijtig genoeg maakt de tijdsgeest het moeilijker voor mensen om zich voor langere periodes te engageren, en ook corona heeft aan heel wat gezelschappen en zaaltjes zware klappen toegediend. Maar die verbondenheid van een groep mensen die samen iets proberen te bereiken en dan genieten van wat ze voor een publiek hebben neergezet, dat is iets dat onze maatschappij meer en meer mist. Zoeken naar nieuwe teksten om te brengen, en naar nieuwe manieren om te spelen is zo boeiend. En het leuke aan acteren is dat je op zo’n podium jezelf niet hoeft te zijn hé. Je mag er een personage spelen.
Brussel en Mechelen hebben altijd even dicht bij elkaar gelegen. Voel je dat ook aan de mentaliteit?
Versteven: Ik voel inderdaad dat de mentaliteit niet zo ver van elkaar ligt. Ik denk soms dat Mechelen wat dat betreft meer aanleunt bij Brussel dan bij Antwerpen. Misschien is de typische Brusselaar nog meer een echte Bourgondiër. Maar sowieso was studeren in Brussel een belangrijke keuze voor mij. Ik heb het altijd een bijzondere stad gevonden, met het Frans naast het Nederlands en het internationale naast het dorpse. Tijdens mijn laatste twee jaar op het Conservatorium speelden wij dikwijls in een zaaltje in de Hoogstraat met al die cafeetjes en winkeltjes. Dat was eigenlijk een dorp in de grote stad.
Dat ik uiteindelijk per ongeluk bij het BVT ben aanbeland komt door mijn vriend Jan Van den Bosch die ook op het RITCS gestudeerd heeft, en door omstandigheden zijn BVT-regie van De zugezeide zeeke niet kon verderzetten. Toen ik van hem overnam, kwam ik terecht in een onwaarschijnlijke omgeving. Na het geploeter in het amateurcircuit in Mechelen om financieel rond te komen en publiek aan te trekken, stond hier een gezelschap met een professionele omkadering, een costumier, een decorontwerper… en een lange speellijst van grote, volgeboekte zalen. Dat was heerlijk.
En het dialect? Was dat een beetje te doen?
Versteven: Toen Jan mij destijds de tekstbrochure gaf in fonetisch Brussels, moest ik wel twee keer kijken wat er juist stond (lacht). Maar als je het hoort, versta je dat allemaal. Mijn zoon van dertien was ook helemaal mee. Wat voor mij een ongelofelijke ontdekking was, is dat de manier waarop De zugezeide zeeke van Molière naar het Brussels hertaald was, mij het gevoel gaf dat die tekst oorspronkelijk in het Brussels geschreven was. Hij was sappig en had ook een heel schone beeldtaal. Want dat is één van de grootste problemen van het verdwijnen van dialecten, zoals ook het Mechels: de klanken die kennen we nog wel, maar de rijke woordenschat, en de beeldrijke uitdrukkingen die dikwijls historisch bepaald zijn dreigen voor altijd verloren te gaan.
De vorige artistiek leider Marc Bober liet wel grote schoenen achter om te vullen.
Versteven: Absoluut. Hij is iemand die in mijn ogen de stukken voor het BVT goed wist uit te kiezen. Stukken die toegankelijk zijn voor een breed publiek, maar die wel ergens over gaan. Marc en ik hebben een aantal goede gesprekken met elkaar gehad waaruit bleek dat wij op een gelijkaardige manier naar theater kijken.
Er moet theater zijn met een lage drempel, maar dat betekent niet dat je voor gratuite billenkletsers moet kiezen. Een stuk moet ‘leesbaar’ zijn zonder dat je op voorhand de brochure hebt bestudeerd. Maar je moet ook meegevoerd worden, en de acteurs op de scène moeten iets hebben waar ze hun tanden in kunnen zetten. Ook dat kon Marc: ervoor zorgen dat acteurs bleven evolueren door hen te begeleiden.
Waaruit zal uw rol als artistiek leider concreet bestaan?
Versteven: Er lag al een programma klaar voor de komende tijd, maar daar zal ik stilaan meer invloed op hebben. Ik kan met mijn netwerk waarschijnlijk ook helpen voor de omkadering van de producties. Ook van het hechter maken van het gezelschap en de ontwikkeling van de acteurs wil ik werk maken. Door een groepsdynamiek te creëren zonder daarom te grote engagementen te vragen bijvoorbeeld. En wie weet door acteurs, naast de producties voor publiek, ook eens uit te dagen om buiten hun comfortzone te treden. Kan iemand die graag heel ‘groot’ speelt ook een keer iets heel klein en gevoelig spelen en omgekeerd?
Wat doet u zelf ondertussen het liefst? Regisseren of acteren? Theater of televisie?
Versteven: Televisie en film is eerder iets dat af en toe op mijn pad komt. Ik ga er niet voortdurend naar op zoek. Het is ook een wereld die door de opgang van sociale media heel hard is veranderd. Je uitstraling op sociale media wordt belangrijker en belangrijker om rollen voor film en televisie te kunnen spelen. En het zit niet in mij om mijn privéleven ineens op Instagram te gaan gooien.
De laatste tijd acteer ik ook wat minder omdat de grote muziekproducties die we met Het Banket maken het onmogelijk maken om behalve te regisseren ook nog te acteren. Daarom zou ik nu geneigd zijn om te zeggen dat ik graag wat meer zou spelen. Maar als ik dan weer teveel acteer, wil ik ook weer regisseren. Het is de variatie die het interessant maakt. Daarom zal ik mij bij het BVT ook nog wel eens aan een regie wagen. Te beginnen dus met Midzomernachtsdroom volgend jaar.