Brussel is er om gekend dat je altijd wel ergens een concert kan meepikken of nieuw talent kan ontdekken op een doordeweekse dinsdag. Vandaag is dat niet zo evident en tonen de zalen een lege, bovenal stille aanblik. Toch lanceerde Brusseleir! afgelopen najaar trouw een oproep om met Brussels Tuub, de tweejaarlijkse zoektocht naar muzikaal Brussels talent, alsnog de Ancienne Belgique in te pakken in november 2021. De 7 geselecteerde muzikanten schrijven en componeren een nummer binnen het thema ‘Brussel’ of ‘Het leven in de stad (Brussel)’. Brusseleir! gaat daarna met de muzikanten aan de slag om de tekst te vertalen naar het Brussels .Samen nemen ze een cd op in het Brussels dialect en volgt een concertavond met alle bands in de AB. Liesbet Meyns, artiestennaam Bettie, raakte eerder al eens tot de laatste ronde met een Brussels liedje over haar vrijgezellenbestaan in de stad. Gien iene dee man toêl sprekt, gien eien qui me comprends. Gelukkig begrijpen wij Liestbet zeer goed en mag zij ons eerste maske zijn in deze reeks.
Hoe ben je bij Brusseleir! terecht gekomen?
Dat moet allicht via BrusselsTuub zijn. Al kwam ik vroeger wel al eens in het Goudblommeke in Papier via mijn vader Guy Meyns, die Geert Dehaes (Algemeen Directeur Brusseleir! nvdr) ook kent. Ik kende Jeroen Camerlynck uit de periode waarin hij voor de Brusselse jeugdhuizen werkte. We kwamen altijd goed overeen en ik wist dat hij betrokken was bij het Tuubproject van Brusseleir! Toen hij er pas mee begonnen was voelde ik me er als artiest nog niet echt klaar voor om mijn kans te wagen. Maar de laatste editie van 2019 besloot ik toch mee te doen en werd ik één van de zeven bands. Pas later ben ik naar het Brussels Volkstejoêter gaan kijken naar de première van Zoêterdag, Zondag, Moindag. Mijn vader was uitgenodigd en uiteindelijk mocht ik mee. Dat was grappig want toevallig kende ik drie van de acteurs die op de scène stonden ook in het echt. Dus het was tof om die mensen bezig te zien op dat podium, tegelijkertijd moest ik me toch ook goed op dat Brussels concentreren, maar het geheel was heel geloofwaardig en goed gebracht!
Heeft Brusselstuub iets kunnen bijbrengen op je muzikale pad?
Zeker of onrechtstreeks alleszins. De naam Bettie kwam er na de zomerstage in Dworp bij een singersongwritercursus. Er waren twee Liesbetten in de groep. De ene werd Lizzie en ik werd Bettie gedoopt. Dat paste ergens ook wel bij die nummers die ik schreef over mijn Brusselse vrijgezellenleven, waar ik via mijn semi alter ego de luxe heb geen blad voor de mond te moeten nemen. Bettie werd de verpersoonlijking van mijn innerlijke smart met een knipoog, vaak in het Nederlands maar evengoed in het Frans of het Engels. Het Brussels sluit daar perfect bij aan. Ik heb altijd in het Brussels willen schrijven en het dialect leren. Dus eentje in ’t Brussels kon best. Wie weet is er een mogelijkheid tot een muzikale partnership met Brusseleir! in de toekomst (lacht)! Het nummer Couleurs de Bruxelles liet zich vrij gemakkelijk in het Brussels omzetten. Na de geboorte van Bettie, had ik nog een band nodig natuurlijk. De apotheose van het Brusselstuub project vond plaats in de Ancienne Belgique. Daardoor had ik de moed goede muzikanten aan te spreken om zich mee te engageren en mij te begeleiden voor dat optreden. De meesten zijn zelfs vandaag nog gebleven. Zonder het Tuubproject had ik hen dat waarschijnlijk niet durven vragen en ik heb er nu een nieuwe zalige band aan overgehouden waar Bettie soms nog mee gaat optreden! Er is ook een promotor naar me toegekomen tijdens dat concert (november 2019), maar de coronacrisis gooide zoals voor veel mensen roet in het eten. En tot een samenwerking kwam het voorlopig dusver niet. Al blijft het wel leuk om te weten dat ik het wel kan en het project gaf me het extra duwtje dat ik nodig had om tot dat besef te komen.
Wat doe je als je niet Bettie bent?
Dan werk ik veel te hard (lacht!). Nee, maar ik ben er mij wel van bewust dat we maar één keer leven en vollenbak moeten genieten van dat leven. Ik werk voor de jeugddienst bij de VGC waar ik insta voor het jeugdwerkbeleid via o.a. kwaliteitsondersteuning van regionale jeugdwerkpartners. Dat is een hele mond vol. Maar 1 van de manieren om hun te ondersteunen is bijvoorbeeld deze organisaties te helpen bij het opstellen van hun beleidsplan voor jongeren in Brussel. Ik organiseer bv. mee workshops en webinars, want zo gaat dat tegenwoordig, zodat organisaties geholpen worden om een straf beleidsplan op te maken voor hun werking in Brussel. Op deze manier zijn zij geholpen, want hun beleidsplan wordt nog meer op maat van Brussel en haar jongeren, en met een goed dossier maak je natuurlijk ook gewoon meer kans om subsidies te krijgen van de VGC . Ik doe dit allemaal natuurlijk niet alleen, er zijn immers heel wat cultuur-, jeugd- en sportorganisaties die momenteel bezig zijn met hun beleidsplan voor de toekomst. Ik doe dat echt graag, het is leuk om te zien dat zij hiermee geholpen zijn, en dat er zo véél goeie toekomstplannen worden gesmeed voor Brusselse jongeren. Om zo ook samen met die organisaties Brussel te maken.
Heb je een link met het dialect?
Ik ben in Jette geboren en woon er ondertussen terug. Mijn studies heb ik aan de VUB gedaan en zowat heel mijn leven speelt zich hier af. Mijn vader spreek Brussels en is in Brussel opgegroeid. Het opvallende is dat zijn ouders van Limburg afkomstig waren en hij vlot Tongers spreekt, ook een heel sappig dialect . Naast Brussels, Frans en Engels. Hij is eigenlijk best wel een talenknobbel, mede door het hem te horen praten, heb ik altijd wel goesting gehad die dialecten te leren. Brussels was een iets voor de hand liggende keuze. Toen ik op onderzoek uitging op zoek naar sappige quotes voor in het Brusselse nummer zat ik samen met een vriendin op café te brainstormen en we hebben zoveel gelachen met de mogelijke kanshebbers, een hilarische avond. Aan de ene kant vind ik het jammer dat ik tot nu toe nooit te tijd heb gehad om de Brusselse lessen te volgen, aan de andere kant is het ook zo dat veel mensen uit mijn publiek geen Brussels verstaan. Dus er moet wel evenwicht zijn. Met mijn nummers wil ik er voor zorgen dat zoveel mogelijk mensen mijn teksten verstaan en horen wat ik hun wil vertellen. Ik vind dat belangrijk. De meeste van Bettie’s nummers zijn in het Nederlands, maar ik wissel dus soms al eens af qua taal: Nederlands, Frans, Engels, .. en dus een Brussels nummer af en toe moet ook zeker kunnen, op z’n Brussels quoi.
Wat is je favoriete plek in Brussel?
Dat moet de Roskam zijn, het is zowat mijn stamcafé in de Vlaamsesteenweg. Ik kom er vaak, ga er op date, spreek er af met mijn vrienden. Als ik honger krijg kom ik dan als eens bij Casa Mia terecht, Filippo is er dan ook zo’n attente gastheer in een heel gastvrije ambiance en je eet er lekker. Zelfs nu kan ik er nu nog van genieten om in de straat rond te hangen. De cafés mogen dan wel gesloten zijn, hetgeen ik superjammer vind, maar ik ga er toch soms wat van die sfeer opsnuiven die ik er altijd ervaar. Ik moet er wel aan toevoegen dat ik ook graag in mijn eigen buurt vertoef. Ik woon vlak bij het Dieleghem bos, mooi in het groen. Het is fijn om hier te kunnen lopen, wandelen en fietsen.
Heb je een favoriet Brussels woord of uitdrukking?
’n Stuk in zan vioul emme! Dat betekent heel dronken zijn. Het is moeilijk uit te spreken, die viool. Maar ik vind het een heel grappige uitdrukking. Toen we de BrusselsTuub Cd opnamen zou de uitdrukking ook in het nummer voorkomen, maar ik kreeg de viool er niet goed uit. Ten langen leste hebben we het nummer dan maar aangepast en er “ ’n Stuk in zan gillei emme” van gemaakt. Probleem opgelost.
Heb je een droom voor Brussel?
Ze zeggen altijd dat Brussel zo klein is, dat iedereen er iedereen kent, net als in een dorp. Toch zijn er veel ‘groepjes’ in dat zogezegde dorp. Moest iedereen een beetje sympathieker zijn voor elkaar zou het soms een pak makkelijker en leuker zijn. De nadruk ligt precies altijd op de verschillen tussen mensen, maar het zou beter zijn moesten de mensen er zich meer verbinden en vinden. Weg met de hokjes! En op zoek naar dat wat ons verbindt. Wie weet zou dit kunnen bijdragen tot een betere sfeer! Daarnaast zouden minder auto’s ook fijn zijn. Op vele plekken in de stad is de auto nog al te veel koning. Meer autovrije ruimten zouden een enorme verbetering zijn. Ik heb zelf geen auto en doe veel van mijn verplaatsingen per fiets. Dat geeft me een gevoel van vrijheid. Op de fiets tijdens mijn rit naar huis na een lange werkdag kan dat echt ontspannend zijn. Snel of traag, je moet blijven trappen om thuis of vooruit te raken en verder niets anders. En natuurlijk ook heropening van de horeca! Zo snel mogelijk, zodat ik in het nachtleven kan duiken, inspiratie kan opdoen en alle mannen alleen nog maar aan Bettie denken (lacht)!
Zijn er dingen die je nog graag voor jezelf wil bereiken?
Groeien als muzikant en naar buiten komen met mijn muziek! Vaker omringd worden door goede muzikanten en nog veel coole nummers schrijven. Ik wil ontdekt worden! De mensen laten kennismaken met Bettie en hopen dat ze haar tof vinden. Uiteraard ook een Brussel vol met mannen voor een nacht of meerdere, dan wel tranen voor een dag.
Meer Bettie:
vi.be/platform/Bettie
Steun de Roskam:
https://www.cafe-roskam.be/