Ineke Le Compte

Tegenwoordig kunnen we niet om de media heen, meer dan ooit lezen we en zijn we op zoek naar informatie. Tv Brussel, Fm Brussel kennen we tegenwoordig als Bruzz. En Bruzz is goed bezig. Steeds meer jongeren vinden de weg naar de Bruzzkanalen. Dat is mede dankzij Ineke Le Compte, onze copine deze maand en die als commercieel directeur bij Bruzz bijdraagt aan de missie om het Brussels tot bij de (niet)Brusselaars te krijgen. Bovendien houdt ze van Brussel en heeft ze iets met taal door haar Romaanse studies. Benieuwd of ze op het einde van ons gesprek haar favoriete Brussels woord kan uitspreken?

Wat is je link met Brusseleir?

De link was er al voor ik commercieel directeur bij Bruzz was. Ooit lang geleden deed ik ‘Eie ma Vast’ van Marcel de Schrijver cadeau toen ik in Brussel kwam wonen. Het boek is een voorloper van “ ’t Es on aa naa” of de Franstalige versie “ ’t Kakkenesjke” waarbij er een oplijsting wordt gemaakt van Brusselse woorden en uitdrukkingen, aangevuld met anekdotes en weetjes van informanten. Dat leek me een geschikte attentie voor een nieuwkomer. Voordien had ik wel al gehoord van het Brussels Volkstejoêter. Later ben ik ook zelf naar de voorstellingen gaan kijken. Dat vond ik telkens plezant. Anders dan wat er gebracht wordt in vele Nederlandstalige theaterstukken, is een avond Volkstejoêter complexloos amusement met een verhaal waarbij je je een glim – of schaterlach laat ontlokken. Pas op, wat er op de scène verschijnt van Nederlandstalige gezelschappen is van hoogstaande kwaliteit en daar is niks mis mee, maar het is eerder serieus opgevat en daar vindt het BVT een goede middenweg vind ik.

Wat doe je in het dagelijks leven?

Ik ben aan de slag als commercieel directeur bij Bruzz, dat wil zeggen dat alles wat niet redactioneel, technisch, human resources, enzovoorts bij mij terechtkomt. We zijn een multidisciplinair team en staan in voor de verdeling van het Bruzz magazine, de promotie van Bruzz en het aanbieden van advertentieruimte, televisie – en radiospots. Dat is ook meteen de link met Brusseleir! waarbij we de communicatie verzorgen zodat Brusseleir! via onze kanalen hun publiek kan bereiken voor het aankondigen van evenementen of de bekendheid rond de organisatie kan vergroten. Uiteraard werk ik hier graag aan mee. In het bijzonder vind ik het leuk lezersacties op poten te zetten waarbij ze kans maken op bijvoorbeeld een DVD-voorstelling in het stadion van voetbalploeg RWDM. Het is verfrissend om deel te mogen uitmaken van deze events met een bijzonder goede Brusselse sfeer waar je ziet dat je lezers, luisteraars of kijkers enthousiast over zijn. Via het contact en het partnership met Brusseleir! kan ik zelf al eens een event meepikken om het Brussels Bruzznetwerk te vergroten en nieuwe contacten te leggen. Dat en de ambiance die de events met zich meebrengen maken dit tot een verrijkende ervaring die voor beide partijen heel waardevol kan zijn.

Spreek je Brussels of heb je een band met een ander dialect?

Zelf ben ik afkomstig uit Aalst, daar spreken ze natuurlijk het dialect der dialecten. Maar het is ook een Brabants dialect zoals het Brussels, wat misschien opvallend is voor een Oost-Vlaamse stad. Ik begrijp het Brussels vrij goed, ik heb er alleszins weinig moeite mee. Ik weet natuurlijk niet hoe dat is voor mensen die er verder van af staan, letterlijk of figuurlijk. Zelf spreek ik geen dialect. Ik vind het wel leuk om dialecten na te doen, ik hoef er zelfs niet veel voor te doen, het is een niet te onderdrukken neiging. Twee jaar Kortrijk en ik spreek West-Vlaams. Het Aalsters heeft daarentegen wel geen makkelijke tongval maar dat deert me niet. Het gekke is ook dat Aalsters niet overal in Aalst hetzelfde klinkt, mijn vader is afkomstig uit Aalst zelf, mijn mama haar roots liggen in Haaltert, en de familie van mijn vriendinnetje kwam uit Niewerkerken (ook wel bekend als Reetveerdergem). Opvallend hoe op elk van die plekken op een verschillende manier wordt gezegd dat ze hun huis gaan kuisen of naar huis gaan. Ook al ligt er slechts een kleine 3 km tussen. Mijn moeder heeft er nu wel spijt van dat ze het dialect niet heeft doorgegeven, dat was nu eenmaal de trend toen ik opgroeide.

Hoe ben je in Brussel terechtgekomen? En wat is er je favoriete plek?

Dat komt door de wereldreis die ik 20 jaar geleden maakte. Voordien had ik niet echt iets met Brussel, ik studeerde in Kortrijk en Leuven, dus in de hoofdstad kwam ik niet zo vaak. Ik heb me wel geamuseerd in Leuven, daar niet van. Maar na een around the world ticket wist ik dat Brussel de enige plek was waar ik nog zou willen wonen die me in België zou houden. Met andere woorden, de enige optie die exotisch genoeg was om te blijven. Ik woonde in de Rue Locquenghien in het centrum. Die ligt niet zo gek ver van mijn favoriete plek in Brussel, de Vlaamsesteenweg, voor mij de straat bij uitstek met een mélange aan verschillende dingen. Er waren cafés, restaurants, winkels om trouwkledij te kopen en zelfs een taxidermist. Vroeger was naast de fotowinkel zelfs een dierenwinkel, daar ging ik met mijn kinderen regelmatig naar de papagaaien kijken. Als je je schoenen aandoet, gaat mijn parcours préféré als volgt: we starten aan De Walvis, dan gaat het naar Resto Henri, langs de Varkensmarkt richting pauze bij Lutgarde, de Laboureur of de Chicago Trattoria en dan uitbollen richting Monk. De straat verandert en toch blijft alles hetzelfde. Nu woon ik in Sint Jans Molenbeek en dat bevalt me heel erg. Er is veel leven en passage. De mensen zijn er vriendelijker dan elders naar mijn gevoel en voeren een positieve communicatie in de straten. Dat vind ik heel aangenaam.

Wat is je favoriete Brussels woord?

Oh, dat vind ik een moeilijke vraag! Ik hou van de mengelmoes die ik bij jongeren hoor, die een mix van Frans, Arabsich en Nederlands is. Het woord Krabachoucha bijvoorbeeld, dat kribbel krabbel betekent naar het tekentalent van peuters en kleuters dat af en toe qua lijngebruik te wensen overlaat. En ik hou van het gemengde taalgebruik met geregeld een ‘à l’aise’ of een ‘t’inquiète’ tussen. Het woord dat ik écht geweldig vind, kan ik eerlijk gezegd niet uitspreken. Het gaat in de richting van ‘pei’, maar sommigen zeggen ‘patj’. Jammer dat ik het zelf niet goed kan zeggen (lacht)!

Heb je een droom voor Brussel?

Ik wens dat meer mensen zich hier goed voelen. Er is natuurlijk de bestuurlijke complexiteit die veel zaken bemoeilijkt en op de lange baan schuift. Maar samen en gezelliger lijkt me het juiste streefdoel, ook al klinkt dat een beetje naïef optimistisch. Dat Brussel zonder haar uitdagingen uit het oog te verliezen, toch verkeerbaarder wordt, voor méér mensen een betere plek om te leven. Dan komt er vanzelf minder negativiteit rond het imago van Brussel.

Zijn er nog dingen die je voor jezelf wil bereiken?

Nu ik erover nadenk kom ik tot de conclusie dat ik zeer gelukkig ben met wat ik heb. Ik woon super graag in Brussel. Mijn kinderen zijn hier geboren en opgegroeid, ik hoop dat zij het ook volhouden op deze manier. Ik heb een topjob bij Bruzz, het is echt de job van mijn leven. Ontzettend veel variatie en tegelijkertijd veel verantwoordelijkheden en uitdagingen. Het is zo fijn om in en met Brussel mensen te leren kennen. Ik hou van media, Brussel, mijn collega’s en mijn jobinhoud. Een beetje vakantie misschien? Of de heropening van de horeca! En toch goed ‘Patj’ kunnen zeggen zoals ik dat net goed deed!