In onze vorige rubriek voor de zomervakantie waren we garriveid ba de letter G. Die heeft ons daarna wel wat plezante reacties opgebrocht. Vooral wanneer we het hadden over de Gardevils en hun lijflied Lup lup lup de Gardevil es doê… Ik schreef toen dat Marcel de Schrijver in zijn bekende bloemlezing ’t Es on aa naa al aangaf dat er op dat aireke ook een vervolg bestaat, en dat luidde als volgt: En ‘k zoê ni geire luupe vè de gardevil en nog: Mè zan krumme puuten en zanne oeilenbril. En ja, er bestaan ook nog een heleboel andere versies en vervolgskes, net zoals er bij Vee van bomma ook heel wat andere varianten bestaan op de pataate mè sosisse. Veel lezers hebben ons die Gardevils-varianten ook doorgestuurd. Wat ons dan extra deugd doet, want het bewijst dan weer dat we toch gelezen worden. We komen later ongetwijfeld nog terug op al dei toffe leekes in ’t Brussels.
We zijn in onze reeks met een overzicht van plezante of bijzondere Brusselse woorden aan de hand van een alfabetische volgorde van de beginletters na de G nu dus garriveid on de letter H.
We kunnen vanaaiges kort zijn bij deze 8ste alfabetaar, want nen echten Brusseleir zal de H nooit uitspreken, of het zou moeten zijn bij een of andere eigennaam zoals Hubert. En dèn nog, die zullen we meestal ook wel uitspreken als Ubère… Of as ge minister Benjamin Dalle uud, die een van onze Brusselse lessen kwam bijwonen, en als we hem vroegen om zich in het Brussels voor te stellen zei: ‘ik zaain afkomsteg van… Bruhhe’. Van de slag aaie we recht op een dobbel H! Vè de rest nen toffe pei den Benjamin (hij subsidieit ons uuk, zeede…)
Als we de H niet uitspreken in ons dialect dan zullen we die uiteraard ook niet schrijven. Bij onze vriend Marcel – en die kon het weten, want hij was zelf de Schrijver – blinken slechts twee citaten rond de H in zijn bloemlezing.
Ten eerste: wanneer men aan een Brusseleir vraagt van een woord dat met de letter ‘h’ begint te spellen, gebeurt het dat die Brusseleir gekscherend begint met te zeggen… “met de ‘h’ (uitgesproken hasch) van hesqu’on va boire un verre?” – gaan we samen een glas drinken?
Ten tweede (en ten laatste): HUILE DE BRAS: de Franse uitdrukking ‘mettre de l’huile de bras’ betekent een zware fysische inspanning doen, zwaar werk verrichten. De Brusselse volkstaal gebruikt die uitdrukking in de betekenis van ‘spierkracht’. Voorbeeld: vè dat af te scheure was er vuil huile de bras vandoon zenne! – om dat af te schuren was er veel spierkracht nodig hoor!
Allei, tot de noste ki, hein…
Robert DELATHOUWER
ZOEK JE EEN WOORD IN HET BRUSSELS?
OF ZUKTE E WOUD IN ’T BRUSSELS?
Dat kan vanaf nu ook digitaal. In samenwerking met de vzw Variaties werd het Brussels Lexicon gedigitaliseerd en opgenomen in de Woordenbank van de Nederlandse dialecten. Hoe ga je te werk? Ga naar:
https://www.brusseleir.eu/neus/brussels-lexicon-digitaal/
daar klikken en je komt in de woordenbank terecht. Kruis Brussel aan en tik vervolgens het woord dat je wilt verbrusselen in het vakje de A.N.-zoekterm. Klik dan op zoeken. Es da ni tof?
Voor wie graag iets tastbaars in handen neemt: je kan bij Brusseleir! nog steeds in boekvorm het BRUSSELS LEXICON, van Sera de Vriendt en Marcel de Schrijver (uitg. Academie van het Brussels vzw, 2009) met meer dan 6000 Brusselse woorden bestellen of afhalen. Ook de Franse versie LEXIQUE BRUXELLOIS (van dezelfde auteurs plus Marc Quintelier) is beschikbaar.
Daarnaast is ook ’t KAKKENESJKE verkrijgbaar, de Franse versie van de bloemlezing van merkwaardige woorden en gezegden van Marcel de Schrijver (uitg. vzw BeBrusseleir, 2017). De Vlomse versie (’t ES ON AA NAA!) is al een tijd uitverkocht.