In den hemel is geen bier, daarom drinken wij het hier. De tapkranen staan droog dezer dagen overal te lande. Tijd voor een hart onder de riem. Stef Van den Bergh werkt in het legendarische cultuurcafé het Goudblommeke in Papier en heeft enkele jaren geleden Den Hemel in Ganshoren overgenomen. Het kantoor van Brusseleir! was vroeger gelegen naast het Goudblommeke in de Cellebroersstraat, dat schept een band. Maar zelfs nu we in de Vlaamsesteenweg onze intrek hebben genomen is de liefde daarom niet minder groot. Stef wordt ons eerste ketsje in de rij. Een geboren en getogen Brusselaar die ten volle beseft waarom hij zo graag in Brussel vertoeft en woont.
Hoe ben je bij Brusseleir! terechtgekomen? Hoe ken je ons? Wat is je link?
Ik had ooit eens het stuk Bossemans en Coppenolle in Brussels Frans op televisie gezien, het is me altijd bij gebleven hoe tof ik dat vond. Uiteindelijk heb ik Geert Dehaes (Algemeen Directeur Brusseleir!, nvdr) per toeval leren kennen aan de toog van het Goudblommeke in Papier. Dat moet ergens in 2007 of 2008 geweest zijn, ik meende hem te herkennen. Misschien had ik hem ooit tóch eens in een stuk van het Brussels Volkstejoêter gezien op Bruzz of op de planken. Uit de vriendschap is meteen ook de samenwerking tussen Brusseleir! en het Goudblommeke ontstaan, waarbij we de catering verzorgen en samen events organiseren in een Brusselse sfeer.
Wat doe je in het dagelijks leven?
Ik heb een café in Ganshoren, tegelijkertijd werk in ook in het centrum van Brussel in het Goudblommeke in Papier. Den Hemel in Ganshoren is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. Het begon met het idee om het café van het faillissement te redden, tenslotte ben ik zelf achter de tapkast terechtgekomen. Voor de sluiting van de horeca door de coronacrisis draaide het café goed. Het was bovendien mijn stamcafé vroeger toen ik nog in Ganshoren woonde, sinds mijn achttiende vind ik er mijn vriendenkring terug. Het is vooral een café dat bekend is bij de Vlaamse jeugd, het is te zeggen er komt natuurlijk ook wel een Franstalig publiek, maar het lokale verenigingsleven is vooral Nederlandstalig zoals de scouts, de voetbal, enzovoort. Het leuke aan Den Hemel is dat je wel altijd iemand tegenkomt die je kent als je je thuis zit te vervelen. Het café kent een hele familiale sfeer. Opvallend ook hoe verschillende generaties elkaar er terugvinden en opvolgen. Er wordt wel al eens weekend georganiseerd of we gaan er samen op uit.
Kan je iets vertellen over het partnership/de samenwerking met Brusseleir?
Er is altijd een fijne samenwerking geweest met onze voormalige buren, waarbij het Goudblommeke instond voor de catering en onze vrienden van het Brussels Volkstejoêter het beste van zichzelf gaven tijdens een première. Of toen er zondagse aperitiefshows georganiseerd werden in de zaal van het Goudblommeke en we telkens een aangepast gerecht voorzagen met een Brusselse toets. Menigeen is toen in het Goudblommeke blijven plakken. Het is te hopen dat we in de toekomst terug samen aan de slag kunnen gaan en een feestje bouwen (lacht)!
Kom je zelf uit Brussel? Heb je een link met het Brussels dialect?
Ik ben geboren in de Sint Annakliniek in Anderlecht en opgegroeid in Ganshoren. Nadien heb ik in de Marollen gewoond om dan nu terug te keren naar mijn roots in Ganshoren. Al heel mijn leven woon en werk ik in Brussel. Daardoor heb ik zeker een band met het Brussels. In mijn familie spreken ze een mélange tussen Brusseleir (Brussel Frans) en Brussel Vloms. Veel vrienden spreken ook Brussels en als we samen zijn spreken we dat onder elkaar. Zeker om te zwansen en te zeveren.
Wat is je favoriete plek in Brussel?
Mijn favoriete plek is eigenlijk een straat, de Rue Renard of de Vossenstraat. Deze loopt van de Hoogstraat naar beneden richting Blaesstraat of omgekeerd, afhankelijk van hoe je het bekijkt (lacht). Het is voor mij de mooiste straat van Brussel. Zelfs als ik niet in de Rue Haute moet zijn passeer ik er. Het heeft iets speciaals met die kasseien en oude huisjes. Mijn vader parkeerde vroeger zijn wagen aan de Boulevard kort bij het Justitiepaleis en dan wandelden we daar het centrum in. Het geeft me een nostalgisch gevoel.
Heb je een herinnering die aan Brussel verbonden is?
Dat zijn er veel natuurlijk. Het Bal National vind ik altijd schitterend, alle Brusselaars daar samen op dat Vossenplein, heel ludiek! Vroeger kon ik mijn hartje ophalen op de Zuidfoor, dat is nu nog zo, hetzij in een andere vorm. Het blijft een feest, ook al kruip ik niet meer in die molens. Ik loop erdoor om de sfeer op te snuiven, zet me op een terrasje en geniet ervan om naar de mensen te kijken. Manu Chao gaf ooit een concert op het Vossenplein, ik had geen kaartje meer kunnen bemachtigen. Ik heb toen post gevat in een klein zijstraatje en toch kunnen proeven van de ambiance die er was. Heerlijk! Toen ik in het Ab-café werkte deden er zich wel vaker toevalligheden voor. Zoals die keer dat we eindigeden aan de bar met een man die Engels sprak en elders nog een pintje gingen drinken. Hij zei op een gegeven ogenblik dat hij moest vertrekken, want hij moest werken. We vroegen hem wat hij deed van werk en hij antwoordde dat hij gitarist was in een groepje. Uiteindelijk bleek hij de gitarist van de Simple Minds te zijn die voordien in de Ancienne Belgique hadden opgetreden. Hetzelfde gebeurde met Lemmy van Motörhead waarmee ik een Duveltje dronk. Daaraan is duidelijk te zien dat Brussel leeft. Hier heerst een prettige ambiance, die ons op elk ogenblik en haast op elke hoek van de straat tegemoet kan komen waaien. Ik vind ook de openheid van de mensen hier heel belangrijk. Brussel is geen stad waar mensen zich opsluiten of in hun schelp kruipen.
Wat is je favoriet Brussels woord?
Zievereir! Dat gebruik ik wel vaak. En fasadeklasjer ook wel. Wanneer iemand een hele hoop onzin uit zijn nek slaat. Vooral onder kameraden tijdens een geanimeerd gesprek komen die woorden terug.
Heb je een droom voor Brussel?
Ja, ik wil graag dat je later op de avond het openbaar vervoer kan nemen of zelfs ‘s nachts. Zodat iedereen langer kan uitgaan op een veilige manier. Op die manier wordt de stad ook aantrekkelijk voor de niet-Brusselaars. Verder ben ik wel blij met de evolutie van de stad, zoals de voetgangerszone bijvoorbeeld.
Hoe zie je de toekomst?
Hopelijk raken we door de crisis met de cafés, ik start binnenkort ook een growfundingactie om toch uit de vaste kosten te komen, want die stapelen zich op. Dat we maar snel weer aan de slag kunnen!
Wat zou je zelf nog graag bereiken?
Het klinkt misschien vreemd in de oren maar ik ben eigenlijk content met wat ik heb. Ik zou er even over moeten nadenken (lacht). Vroeger was ik keeper, dus misschien zie ik een carrière als keepertrainer nog wel zitten, volgens mij zit daar een mooie uitdaging in weggelegd.